De feestdag van Maria Magdalena is door de katholieke kerk bepaald op 22 juli. Dit is absoluut geen toevallige keuze geweest. Toen het christendom in de late 4e eeuw de staatsgodsdienst werd in het Romeinse Rijk, was Isis de meest populaire godheid (zie het artikel Hoe kwam Isis buiten Egypte). Een van haar feesten werd gevierd op 22 juli. Op deze dag vond destijds de heliakische opkomst van Sirius plaats, die nagenoeg gelijk viel met het buiten de oevers treden van de Nijl waardoor vruchtbaar land ontstond voor de Egyptenaren.

Sirius (Alpha Canis Majoris en door de Grieken Sothis genoemd) is de helderste van alle vaste sterren en de belangrijkste ster van Canis Major (de Grote Hond of Hondsster). Voor het 12e millennium v. Chr. was Sirius vanuit Egypte niet aan de hemel te zien, omdat hij onder de horizon lag. Pas in 11.542 v. Chr. was Sirius voor het eerst zichtbaar in het zuiden boven de horizon. Dit gebeurde in het tijdperk van Maagd/Virgo, dat wil zeggen dat de zon opkwam tijdens de lente-equinox in het sterrenbeeld Maagd. Tijdens het Maagdtijdperk (paleolithicum) leefde de mens als jager/verzamelaar en werd de levenscyclus als zeer essentieel ervaren. Hiervan getuigen nog vele kunstwerken die wij tegenwoordig aanduiden als Venuskunst. Maagd/Virgo symboliseerde de Grote Moeder en heeft niets te maken met het begrip ‘kuis’, maar alles met het begrip ‘parthenogenese’ ofwel maagdelijke voortplanting waarbij maagdelijke vrouwen spontaan eitjes leggen of kinderen (van het vrouwelijk geslacht) baren. Wanneer de ster Sirius opklom aan de nachtelijke hemel, nam het Nijlwater steeds meer toe. Sirius bracht dus overstroming en daarmee vruchtbaar land. Dit maakte Isis, de Grote Moeder van de oude Egyptenaren, gelijk aan Sirius de kosmische Oermoeder en de Hemelse Maagd, immers zij gaf leven, vanuit zichzelf.

In de eerste eeuwen van het christendom, toen er nog geen sprake was van een staatsgodsdienst, had Maria Magdalena een hele belangrijke positie. Zij was de Apostel der Apostelen, degene die het dichtst bij Jezus zelf stond. Zij was de Vrouw die het Al kende en had vele volgelingen.

In de 4e eeuw had het Romeinse Rijk haar stabiliteit voor een groot gedeelte verloren en als laatste redmiddel werd besloten om de religie te centraliseren en een staatsgodsdienst te creëren voor iedereen. In 381 verklaarde keizer Theodosius met de geloofsbelijdenis van Nicea het christendom als algemeen en uitsluitend geldig. Niet veel later legde hij een verbod op alle heidense religies, waardoor veel geschriften en heiligdommen verloren gingen. Kerkvader Augustinus leerde ons dat we er beter aan doen om alle heidense tempels en beelden te wijden aan Jezus Christus in plaats van ze te vernietigen. De cultus van de Moedergodinnen was wijdverspreid en diende op te gaan in de nieuwe religie. Dit verklaart waarom Maria Magdalena haar feestdag heeft gekregen op 22 juli, het was destijds een belangrijke dag – een van de feestdagen van Isis – en daar moest een passende christelijke figuur voor gevonden worden. Dit besluit geeft dus heel duidelijk de essentie van Maria Magdalena aan in die vroege periode!

Naarmate de invloed van Maria Magdalena, ook na haar dood, steeds groter werd, besloot de kerk van Rome haar status aan te passen in hun eigen voordeel. In de 6e eeuw, onder paus Gregorius I, werd Maria Magdalena tot boetvaardige zondares gemaakt. Het gevolg was een eeuwenlange, onterechte associatie met een vrouw van lichte zeden, met alle gevolgen van dien. Pas in 1969 is Maria Magdalena door de kerk van Rome in ere hersteld en heeft ze haar oorspronkelijke status als Apostel der Apostelen weer teruggekregen.

Aanvulling: in juni 2016 heeft paus Franciscus van 22 juli een officiële feestdag gemaakt waarmee hij Maria Magdalena formeel gelijk heeft gesteld aan de apostelen. Met recht draagt zij haar titel weer!

© 2013 Karin Haanappel
Deze tekst is ontleend aan ‘Het Parijs van Isis’ (2010).